Wat is de R-ladder? 

De R-ladder is een initiatief van de Rijksoverheid. Deze geeft de mate van circulariteit aan.

R1. Refuse en Rethink (afwijzen en heroverwegen) 

Denk na of het gebruik van een product écht nodig is. Gebruik bijvoorbeeld een ander producten vaker of besluit dat je een (nieuw) product toch niet nodig hebt.

R2. Reduce (verminderen) 

Verminder het grondstoffenverbruik tijdens de productie en het gebruik van producten door efficiënter met grondstoffen om te gaan.

R3. Re-use (hergebruiken) 

Hergebruik van een door iemand anders afgedankt nog goed product. Er zijn diverse platforms die gebruikte producten een tweede leven geven.

R4. Repair, Refurbish, Remanufacture en Repurpose (repareren, opknappen, reviseren en hergebruiken)

Reparatie en onderhoud van een kapot product voor gebruik in zijn oude functie. Verleng zo de levensduur van producten. 
Opknappen en/of moderniseren van oud product. Maak nieuwe producten van oude producten.
Onderdelen van een afgedankt product opnieuw gebruiken in een nieuw product met dezelfde of andere functie.

R5. Recycling 

Materialen verwerken tot grondstoffen met dezelfde (hoogwaardige) of mindere (laagwaardige) kwaliteit dan de oorspronkelijke grondstof. Denk aan het verwerken en hergebruiken van grondstoffen en restafvalstromen.

R6. Recover (terugwinnen) 

Verbranden van materialen met energieterugwinning. In een circulaire economie komen zo min mogelijk materialen bij deze stap terecht